30 jul Ecosystem in actie in de strijd tegen invasieve, uitheemse soorten:
Sinds 1 januari 2015 is de Europese verordening betreffende invasieve, uitheemse soorten van kracht (Europese verordening nr. 1143/2014). Daaraan is een dynamische unielijst van exoten verbonden waarbij elke terreinbeheerder de plicht heeft deze soorten te inventariseren en te bestrijden.
Naar aanleiding van deze verordening heeft het project Ecosystem een methodiek ontwikkeld voor de bestrijding van invasieve soorten. Het uitgangspunt was daarbij dat we enkel succesvol kunnen zijn als we onze bestrijding efficiënter maken en beter op elkaar afstemmen. En zeker op locaties die grensoverschrijdend zijn is dit toch wel belangrijk want invasieve soorten houden zich uiteraard niet aan landsgrenzen. In dat kader werd de smartphone applicatie en de databank ontwikkeld. Deze maakten het mogelijk data snel uit te wisselen en de snelle responsmethode toe te passen.
De partners organiseerden vervolgens verschillende acties om de biodiversiteit op een geïntegreerde manier te beheren en te verbeteren. Ze planden een aantal deelacties in de strijd tegen de invasieve soorten die een bedreiging vormen voor de plaatselijke fauna en flora binnen het projectgebied.
- Er zijn gemeenschappelijke bestrijdingsacties voorzien rond muskusrat, waterteunisbloem en waternavel
- Er werden gezocht naar een geïntegreerde beheermethode voor Nijlganzen
- Er werden opleidingen georganiseerd om de strijd op het terrein te verbeteren en tot een geïntegreerd beheer te komen
- Er vonden elk jaar referentiemetingen/meetcampagnes plaats om de opvolging mogelijk te maken van de acties.
Hieronder delen we de bereikte resultaten.
Opleidingen:
Om tot een geïntegreerd en doeltreffend grensoverschrijdend beheer van invasieve, uitheemse soorten te komen is uitwisseling van know-how, toelichting van nieuwe en gebruikte beheermethode en het in kaart brengen van de exotenproblematiek broodnodig. De Ecosystem partners stelden in dat kader een werkgroep invasieve, uitheemse soorten samen, die bestond uit terreinmedewerkers en specialisten van alle partners. De werkgroep organiseerde verschillende ontmoetingen en opleidingen voor de mensen op het terrein. Ze stimuleerden een geïntegreerde beheermethode binnen het projectgebied. De opleidingen waren gericht op enkele soorten die minder gekend zijn bij de veldmedewerkers. Het accent in de vormingen lag op het informeren over de herkenning, de regio’s waar de soort voorkomt, vaststelling op het terrein en vangmethoden en vooral ook op preventie van hun verspreiding.
Er werden 3 opleidingsdagen georganiseerd, die telkens bestonden uit en theoretisch gedeelte en een praktijkgedeelte. Op 23 oktober 2017 vond de eerste opleiding “Rivierkreeften, Nijlganzen en schildpadden’ plaats in de loods van RATO vzw in Destelbergen. Deze opleiding werd bijgewoond door 39 personen, waaronder 19 Nederlandse en 20 Franse. De lesgevers waren terreinmedewerkers van de Vlaamse partners en onderzoekers van INBO (Instituut Natuur- en Bosonderzoek) en PCM (Provinciaal centrum voor milieuonderzoek Oost-Vlaanderen).
Op 14 en 20 juni 2018 vonden in Bailleul 2 opleidingsdagen plaats rond het herkennen van invasieve planten. Deze opleidingsdagen werden bijgewoond door 49 personen, waaronder 18 Franstaligen en 31 Nederlandstaligen. De opleidingen rond plantaardige exoten werden verzorgd door het Conservatoire National Botanique de Bailleul.
Beheeracties rond Muskusrat:
De meeste beheeracties binnen het project focusten op Muskusrat. Eerst en vooral is de muskusrat één van de soorten op deze EU-lijst en zorgt ze voor heel wat overlast. Dat komt omdat de gangenstelsels die ze uitgraven voor instabiele oevers zorgen die na verloop van tijd kunnen instorten. De soort zorgt ook voor heel wat nakomelingen, komt reeds decennia voor in Frankrijk en België en aangezien de stroomgebieden grensoverschrijdend zijn vind de muskusrat gemakkelijk zijn weg naar elkaars wateren.
Het liet ook toe om de snelle responstactiek, die de partners ontwikkelden binnen het project, te verbeteren, uit te diepen en vakkundig te monitoren. Sinds de start van dit project en de in gebruik name van de app in 2018 vonden gezamenlijke acties plaats en toonden de meetcampagnes dat deze snelle respons methode, dankzij de app, ertoe leiden dat er een afname is van de aanwezigheid van de muskusrat binnen het projectgebied.
Bovendien is het sinds 2020 verplicht om alle gegevens betreffende exoten op de EU-lijst door te geven aan Europa. Een checkbox op de lijst van exotenbeheer die alle partners vandaag met gemak kunnen afvinken.
Nombre de captures de rats musqués / vangsten muskusratten | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | Totaal |
GDON Flandre Maritime (zone frontalière/grensgebied) | 816 | 782 | 560 | 964 | 648 | 3770 |
Usan (zone frontalière/grensgebied) | 4402 | 2279 | 1293 | 561 | 434 | 8969 |
PFO/PWVL+communes/gemeenten in West-Vlaanderen | 2271 | 2433 | 2499 | 2551 | 2455 | 12209 |
VMM in West-Vlaanderen | 639 | 993 | 1336 | 1714 | 1102 | 5784 |
RATO vzw+gemeenten/communes in Oost-Vlaanderen | 359 | 919 | 776 | 471 | 539 | 3064 |
VMM in Oost-Vlaanderen | 344 | 438 | 419 | 696 | 611 | 2508 |
Totaal | 8487 | 7406 | 6464 | 6261 | 5178 | 36304 |
Beheeracties en proefopzetten rond Nijlganzen:
Deze subactie binnen het Ecosystemproject hield de instandhouding en verbetering van de grensoverschrijdende waterbekkens in door het verwijderen of afvangen van de invasieve, uitheemse soort(IUS), Nijlgans. Basis voor de uitvoering van beheeracties is de Europese Verordening 1143/2014[1]. Nijlganzen vormen een bedreiging voor het lokale milieu en de inheemse biodiversiteit. Daarnaast veroorzaakt zij ook economisch heel wat schade. Naast de verplichting die wordt opgelegd via de Europese verordening aan lidstaten om beheer te ondernemen, zagen de partners hier een opportuniteit om de eerste stappen te nemen naar een grensoverschrijdend en geïntegreerd beheer. In Vlaanderen is de soort reeds gevestigd en veroorzaakt ze heel wat schade. In Frankrijk is de problematiek rond Nijlgans nog niet zo groot als in Vlaanderen en kan gericht beheer toename van schade voorkomen. De interesse voor beheer aan beide landsgrenzen bleek dan ook zeer groot tijdens de opleiding van 2017.
West-Vlaanderen en RATO vzw werkten enkele beheeracties en proefopzetten uit. In de eerste plaats hadden de beheeracties tot doel om de schade in te perken die Nijlganzen aanrichten in Vlaanderen. Daarnaast om de efficiëntie te bepalen van enkele vangmethoden voor Nijlgans. Daarbij werd getracht om de slaagkans te vergroten bij het afvangen van grote groepen. In Noord-Frankrijk werd gericht op het in kaart brengen van de populatie. De opgedane kennis en know-how rond de soort en haar beheermethoden werd via een rapport en tijdens werkgroepen, die plaatsvonden op 19 november 2020 en 22 juni 2021 gedeeld met de partners. De resultaten werden ook op verschillende manieren gecommuniceerd naar het grote publiek (via de website, sociale media, nieuwsbrieven, deze brochure, de Europese werkgroep invasieve uitheemse soorten etc.)
Er werden binnen het projectgebied 485 Nijlganzen afgevangen door de partners. Lees het volledige rapport en de bijlage om meer te weten over de gebruikte technieken en resultaten.
Er werd gebruikgemaakt van larssenkooien, die op diverse wijze werden opgesteld en waarvan het bestaande plan werd aangepast.
Er vonden proefopzetten plaats met een slagnet.
Er werd gebruik gemaakt van een inloopkooi of vangkraal.
Beheeracties rond plantaardige exoten:
Naast muskusratten tasten ook diverse uitheemse plantensoorten onze habitats aan. Het zijn veelal sterke planten die mooie bloemen vertonen, maar die nadelig zijn voor de fauna en flora in en onmiddellijk naast het water. Het gaat hier vooral over de Japanse duizendknoop, de reuzenberenklauw, de reuzebalsemien, de grote waternavel, de waterteunisbloem en het parelvederkruid. Deze uitheemse plantensoorten komen niet overal voor in het projectgebied en vereisen elk een specifieke aanpak, hetzij machinale of manuele bestrijding. Het project Ecosystem liet samenwerkingen toe om besmettingen in gemeenschappelijke waterbekkens tegen te gaan.
Meetcampagnes meten de effecten van de beheeracties binnen Ecosystem op onze waterlopen:
De meetcampagnes, die elke zomer plaatsvonden, werden binnen het project voorzien als onafhankelijke graadmeter. Elk jaar op hetzelfde tijdstip en binnen dezelfde gebieden trokken veldmedewerkers van de VMM en van de projectpartners erop uit om metingen te doen. Nadien bezorgde de VMM aan elke partner de verzamelde gegevens op kaart en in tabelvorm. Zo kon elke partner een toetsing doen met de kaartgegevens die hun eigen veldmedewerkers reeds verzamelden. Dit resulteerde in een uitbreiding van waarnemingen en vervollediging van het kaartmateriaal. Vervolgens kon elke partner nieuwe locaties opnemen in zijn dagelijkse werking en/of beroep doen op een grensoverschrijdende actie met zijn Ecosystem-partners. Deze jaarlijkse momentopname gaf een objectief beeld van de evolutie binnen het betrokken gebied weer en dit gespreid over meerdere jaren.
Alle resultaten zijn ook terug te vinden op onze resultatenpagina.